Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods; hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet Jeremia, [sprekende] [19]uit den mond des HEEREN. 19. Dat is, uit het bevel, dat hij van God ontvangen had; Jer.1:7, enz.